
De maliënkolder
De maliënkolder is een wapenrusting die gemaakt is van metalen ringetjes, de zogeheten maliën, die op ingenieuze wijze aan elkaar gevlochten zijn. De maliënkolder is een van de meest geliefde wapenrustingen in Avonturië. Hij is niet al te zwaar maar geeft toch een redelijke bescherming, vooral tegen slagwapens, maar ook tegen vele steekwapens. Een wapen waar de maliënkolder slechts weinig bescherming tegen biedt is de pijl van de kruisboog (zie illustratie). Vooral wanneer de pijl van dichtbij afgeschoten wordt dringt deze vaak diep door de maliënkolder heen. Ook een slagwapen kan nog forse verwondingen veroorzaken. Wanneer het wapen goed gehanteerd wordt en met kracht geslagen kan dit ernstige kneuzingen of breuken veroorzaken. Ook kunnen door de kracht van het slagwapen de maliën soms diep in de huid doordringen, wat meestal zeer pijnlijke en gevaarlijke wonden oplevert.
Aanvankelijk bestond de maliënkolder uit verschillende onderdelen, zoals een broek, een hemd en een kap over het hoofd. Later, toen de vaardigheid van de wapensmeden toenam, maakte men ook maliënkostuums die uit één geheel bestonden en op de achterzijde werden dichtgesnoerd met lederen veters. Deze maliënkostuums werden meestal op verzoek aangemeten, daarom zag je ze niet zoveel.
Een maliënkolder wordt meestal vervaardigd door een aantal samenwerkende ambachtslieden. De maliën worden als volgt gemaakt: allereerst wordt een draad gesmeed. Deze draad wordt vervolgens om een rond stuk hout of metalen staaf gewikkeld en dan doorgeknipt of -gehakt. Daarna worden de uiteinden van de maliën platgeslagen en van een gat voorzien. Dit werk wordt meestal door de knechten gedaan. Als de maliën klaar zijn, neemt een gespecialiseerde meester het werk over. De meester vlecht de maliën een voor een aan elkaar volgens een bepaald patroon en maakt ze daarna vast met een kleine wigvormige klinknagel. Hierbij wordt elke malie met vier andere maliën verbonden. Op plaatsen waar de maliënkoldermeer bescherming moet bieden wordt elke mali verbonden met zes maliën, zodat het geheel wat dichter op elkaar komt te zitten. Om de vorm van de maliënkolder aan te passen aan degene die hem moest dragen kon de meester op bepaalde plaatsen meer of juist minder maliën gebruiken. Ook worden hiervoor wel maliën van verschillende grootte gebruikt.
Als de maliënkolder klaar is wordt hij in een trommel met gloeiend houtskool gedaan en vervolgens goed verhit. Hierdoor kan koolstof in de buitenste laag van het ijzer trekken, waardoor dit tot staal omgevormd wordt. Om een extra bescherming te hebben tegen kneuzingen kan men onder de maliënkolder een gewatteerde wapenrok dragen, de zogenaamde gambeson (ook wambuis). Deze wapenrok verhindert ook dat de maliën in de huid door kunnen dringen. De maliënkolder wordt ook vaak geheel of gedeeltelijk verstevigd met metalen platen. Hierdoor ontstaat wat wij in het OdM aanduiden met de naam ‘betere maliënkolder’. Als een wapenrusting geheel of voor het grootste deel uit metalen platen bestaat noemen we dit een harnas, maar daar zullen we het wellicht in een volgend nummer over hebben.

uit de Morgenster Nr. 10 februari1987
Geef een reactie