Het geheim uit het verleden 6

de grot, verlicht, verschillende objecten zijn nu zichtbaar

Deel 6: De uitgang

door R. v/der Sterren

Nu ik licht had keek ik het hol eens rond, het was een zeer grote grot en er zaten verschillende openingen in. Hoog boven mijn hoofd zat een gat waardoor ik de sterrenhemel kon zien. Voor mij op de grond lagen drie skeletten, een menselijke en twee waar niets menselijks aan zat. Hun schedels waren langgerekt en ze hadden ook vrij grote bekken. Het had veel weg van een krokodil, zoiets had ik nog nooit gezien. Verderop in de grot moest een vuur gebrand hebben want daar lag wat verkoold hout. Ik ging, er naar toe, en vond daar ook nog een schild dat nog in een redelijke staat was. Ik ging de grot verder onderzoeken maar vond verder niets. Ik nam het zwaard en het schild en de rugzak, de dolk stak ik in mijn laars. Even stond ik besluiteloos te kijken naar de openingen, welke van de vijf openingen moest ik in gaan? Ik besloot om de opening te nemen die recht voor de opening lag vanwaar ik de grot binnen gekomen was. Heel behoedzaam ging ik de opening in. Het bleek een natuurlijke gang te zijn die heel licht omhoog liep. Denkend aan de twee skeletten die in de grot lagen was ik extra voorzichtig geworden. Maar mijn voorzichtigheid hield niet al te veel in want ik moest wat te eten vinden anders hield ik het niet lang meer vol. Ik voelde mij niet al te best van de honger, ik liep dus snel door. Na een meter of 50 – 60 gelopen te hebben kwam ik bij een splitsing. Nu kon ik rechtdoor of rechtsaf. De gang rechtdoor liep nog steeds wat omhoog, de gang naar rechts niet. Ik ging rechtdoor. De gang ging slingerend naar boven. Hoe lang ik in de gang liep wist ik niet, hij kwam weer bij een splitsing uit. Maar nu liep hij naar links of naar rechts en niet meer omhoog. Wat stond mij nu te doen? Ik wist niet meer wat noord, oost, zuid of west was. Dan maar naar links, deze gang was maar kort en liep dood, hij hield op bij een grote hoop stenen. Toen hoorde ik in de verte achter mij een aantal vreemde geluiden. Onmiddellijk doofde ik mijn fakkel en verborg mij achter de hoop stenen. Na een tijdje geluisterd te hebben, en niets meer hoorde kwam ik weer tevoorschijn en probeerde mijn fakkel weer aan te maken. Wat een meevaller, het lukte direct.
Behoedzamer liep ik de gang weer terug en kwam zonder problemen weer bij de splitsing, en ging, rechtdoor. Na een eind gelopen te hebben kwam de gang in een langgerekte grot waar ik water hoorde stromen. Ik luisterde of er nog andere geluiden te horen waren, maar dat was niet het geval. Dan maar op het geluid van het water af. Ik kwam bij een waterval die voor de opening in de grot naar beneden stortte. Vlakbij de waterval gekomen ontdekte ik dat aan de zijkant van de waterval een opening was. Ik wilde eerst wat drinken en hield mijn handen in het water, en dronk eerst een heel klein beetje. Het water smaakte heerlijk fris en deed mij goed. Ik werd bruut onderbroken door een knorrend geluid achter mij. Ik draaide mij om en voor mij stond een klein wild zwijntje, ik dacht maar aan een ding, eten. Na het gedood te hebben at ik het rouw op. Het was niet lekker maar het stilde wel mijn honger. Ik ging weer naar de waterval en keek er langsheen naar buiten. Er liep een pad naar beneden dat in een bos verdween. Eerst onderzocht ik de grot of daar nog wat te vinden was, er was niets.
Dan maar naar buiten. Op dat moment kwam er iets op mij af, ik draaide mij om en trok instinctief mijn zwaard, dat was maar goed ook want vanuit mijn ooghoek zag ik iets glimmends op mij afkomen. Ik kon nog net het voorwerp ontwijken en naar achteren springen. In een oogwenk had ik de situatie onder controle. Voor mij stond een wezen dat mij aan de skeletten deed denken die in de eerste grot lagen. Ik moest mij uit alle macht verdedigen, onze wapens kletterde onophoudelijk tegen elkaar, het wezen kon zeer goed met zijn wapen overweg en dwong mij tegen de wand van de grot.

WORDT VERVOLGD…

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *