Het geheim uit het verleden 2

Het geheim uit het verleden

Een feuilleton in acht delen uit de Morgenster. Opnieuw uitgebracht voor uw leesplezier.

Deel 2: De opdracht

door R v/d Sterren

Op de vraag waar wij heengingen kreeg ik nog steeds geen antwoord. Ik besloot om toch met haar mee te gaan. Buiten scheen de zon hoog aan de hemel en een koele bries streelde onze haren. Zwijgend liepen wij richting haven, ik besloot om maar niets meer te vragen en alles gelaten op mij af te laten komen.
Haar doel was algauw duidelijk, wij liepen recht op een groot zeeschip af dat de naam droeg “Zeepier”. Aan een forse zeeman vroeg zij naar de kapitein van het schip. De man riep een andere matroos naderbij en zei hem ons naar de kapitein te begeleiden. Wij sjokten achter hem aan tot dat wij bij een stevige uitziende deur belandden. De matroos klopte er hard op, “binnen” werd er van achter de deur nors geroepen. De matroos opende de deur en vertelde dat er twee gasten voor de kapitein waren.
“Wat sta je daar dan nog” brulde de kapitein “laat onze gasten binnen en zorg dat er wat te eten en drinken gebracht wordt”. De kapitein boog heel diep voor mijn begeleidster.


“U kunt gerust weer omhoog komen”, zei zij tegen hem en zij wilde mij aan de kapitein voorstellen en bedacht opeens dat ze mijn naam zelf ook niet wist. Een blos verscheen hierbij op haar wangen.
“Mijn naam is Doland van Smitse”, redde ik haar. De kapitein stelde zich voor als Roel de Ruwe. Het bleek dat de kapitein mijn begeleidster al kende want zij begonnen een gesprek dat duidelijk over mij ging.
“Maar majesteit wat wilt u met deze man beginnen?”, hoorde ik de kapitein vragen, “hij lijkt mij niet het type dat uwe majesteit zoekt”.
“Dat bepaal ik wel”, zei de vrouw een tikje geërgerd.
“Zoals u wilt hoogheid”, er werd geklopt en een matroos bracht een paar schalen en kruiken binnen. Er werd opgediend en hoewel ik in de herberg nl het nodige genuttigd ha, at ik een hapje mee. Toen wij zo zaten te eten vertelde de vrouw een kort maar raar verhaal.
“Ik ben eigenlijk geen tovenares maar een prinses”, zei ze, “en volgende maand is het mijn wens om te gaan trouwen.”
“Maar nu zijn de perkamentrollen met onze familiestamboom erop gestolen, en zonder deze kan mijn voorgenomen huwelijk niet plaats vinden.”
“Toen ik je zo zag zitten in de herberg dacht ik dat jij wel geschikt zou zijn om in opdracht van mij se perkamentrollen op te sporen en aan mijn ouders te overhandigen”.
“Als je het wilt doen dan zal je rijkelijk beloond worden”, hierna nam zij een slok wijn en vervolgde toen met “je moet het wel alleen doen en het zal niet eenvoudig zijn want ik weet niet waar je beginnen moet, je kan het beste eerst eens bij ons in het paleis wat rondneuzen” zei ze.
Ik dacht diep na en keek eens in mijn buidel, zuchtte eens diep en schraapte mijn keel.
“Wat doe je?”, vroeg de prinses, “neem je de opdracht aan?”

WORDT VERVOLGD…

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *