Deel 5: De grot

door R v/d Sterren

Ik keek over het water of ik het vlot kon zien, maar zag niets. Met het stuk touw om mijn middel kon ik niet veel beginnen, dus liep ik langs het strand of ik een andere weg kon vinden om van het strand te komen. Hoelang ik gelopen heb weet ik niet maar eindelijk vond ik een pad dat naar boven liep. Daar ik niet bewapend was en ik mij niet sterk voelde was ik instinktief erg op mijn hoede en zeer voorzichtig. Ik kon een heel eind het pad naar boven zien, maar kon niets bespeuren. Ik keek nog eens naar de zee, en zag alleen maar water. Dan maar naar boven gegaan, ik zag wel wat tegen kwam. Het pad ging een meter of dertig naar boven, het hield op voor een opening in een bergwand. Ik bleef op een meter of drie van de opening staan. Ik concentreerde mij of ik wat kon horen. Maar het was doodstil.
Wat nu, ik kon niet blijven staan, ik moest verder als ik tenminste wat te eten en drinken wilde vinden. Dus raapte ik alle moed bij elkaar en ging de grot binnen, in de grot moest ik de weg op de tast vinden, en dat viel niet mee. Toen ik zo bezig was stootte ik met mijn voet tegen iets, ik struikelde er bijna over. Ik ging op mijn knieën en probeerde heel voorzichtig of ik op de tast kon ontdekken wat het was. Ik had het nog maar net aangeraakt en trok mijn hand verschrikt terug. Ik constateerde dat het een schedel was. Maar toen ik van de schrik bekomen was, wilde ik vaststellen wat voor een schedel het was, dus ging ik verder met mijn onderzoek. Nadat ik de schedel goed betast had, vermoede ik dat het een menselijke schedel moest zijn. Ik betaste de bodem in de directe omgeving af en ontdekte dat er een skelet van een mens moest liggen.
Nadat ik zo aan het zoeken was, vond ik bij het skelet een rugzak, een zwaard en een buidel. In de buidel zaten aan het gerinkel te horen, munten. Ik kon niet zeggen wat voor waarde ze hadden. Naast de rugzak lag een stuk hout dat naar brand rook. Ik ging de inhoud van de rugzak aan een nader onderzoek onderwerpen, er zat vuursteen+ staal in, een dolk, een verrekijker en een rolletje draad en ……… au wat was dat, iets prikte mij, verschrikt haalde ik mijn hand uit de rugzak en wilde hem weggooien. Ik bemerkte geen beweging in de rugzak. Met veel lef duwde ik mijn hand weer in de rugzak en vond wat mij had geprikt. Aan het rolletje draad zat een venijnig puntig vishaakje.
Ik nam het staal en de vuursteen en probeerde vuur te maken, wat mij na een tijdje lukte. Ik stak het stuk hout aan en kon eindelijk zien waar ik was. In een donker hol.

WORDT VERVOLGD. . .